Delhi Belgian Club

1948 – 2017

Vlaamse Studenten in Canada

In het gebied der grote meren van Canada, tussen de Niagara-watervallen en de grens van de V.S.A. bij Detroit-Windsor is een merkwaardige nederzetting gevestigd van Nederlandssprekenden, vooral Vlamingen. Deze streek van Zuid-Ontario was lange tijd een der armste gebieden van Noord-Amerika. Enkele Vlaamse boeren woonden in het uiterste Zuiden van Ontario, toen in 1925 de eerste tabaksfarmers hun kans waagden meer naar het Noorden op, in en rond de driehoek Delhi-Tillsonburg-London. Thans zijn er ongeveer 4.500 tabaksfarms, waarvan meer dan de helft in handen is van Vlamingen, als eigenaar of als huurder.

Tijdens een onthaalfeest dat door België in de Wereld werd ingericht voor een paar honderd Vlaams-Canadezen, die na de tabaksoogst even hun geboorteland kwamen bezoeken in 1965, vernamen we welke moeilijkheden zij ondervonden om de nodige seizoenarbeiders te vinden voor het plukken van de tabak binnen de korte tijd die hun gegund is vooraleer de lange en strenge winter invalt.

Uit deze ervaring is het initiatief gegroeid om met een groep studenten een handje te gaan toesteken. Een onderzoek ter plaatse en onderhandelingen met de betrokken Canadese instanties wees uit dat een dergelijk initiatief mogelijk was, omdat de studenten door hun arbeid alle kosten konden dragen, vooral doordat het project in collectief verband was uitgewerkt. Het risico van de onderneming werd genomen met een volle bezetting van twee gecharterde vliegtuigen, elk 173 personen. Het was de bedoeling naast de materiële hulp, op een studentikose manier een sociaal-culturele injectie te geven aan de duizenden Vlamingen in Zuid-Ontario. Alleen reeds de aanwezigheid van de studenten kon daartoe bijdragen in de gewone dagelijkse contacten.

Velen emigreerden tientallen jaren geleden, sommigen zijn daar zelfs geboren. Een contact met het levende Vlaanderen, in het huidige stadium van zijn evolutie en ontvoogding, kon een retouche zijn voor hun aangetast levenspatroon, en een aanbreng van verruimde inhoud en nieuwe vormen van uit het land en de volksgemeenschap waarvan zij - min of meer bewust - nog steeds de gesteltenis dragen. In onze bedoeling lag geen chauvinisme, geen cultuur-imperialisme, geen vals sentiment, doch we wilden alleen hulp bieden aan de betrachting van onze emigranten: zij willen hun historische persoonlijkheid, met alle eigen waardeverhoudingen, veiligstellen. Dit veiligstellen betekent niet een isoleren, doch zij willen met behoud van de eigen waarde en met verrijking van wat de Canadese gemeenschap te bieden heeft, als grotere en betere mensen uit hun emigratie-avontuur te voorschijn komen. In het kader van het internationaal menselijk verkeer hebben zij bovendien tot opdracht hun historische persoonlijkheid, inclusief alle eeuwenoude rijkdommen van de Vlaamse gemeenschap, niet enkel te bewaren, doch ook uit te dragen in de Canadese gemeenschap die hen zo welwillend opnam.

De inhoud en de uitbouw van het studentenproject-Canada werd dan ook van uit deze optiek doorgelicht en geleid.

Bovendien kon het voor de deelnemende studenten een persoonlijke verrijking worden in die mate, dat zij geconfronteerd werden in een ontvankelijke openheid met hun landgenoten in een vreemd midden, en met het Noordamerikaans continent.

De studenten werden hoofdzakelijk ondergebracht bij farmers die enige binding hebben met de Vlaamse volksgemeenschap. Het werk was zwaar, in die zin, dat het uithoudingsvermogen en karakter vergde. Het was geen slavenarbeid, doch vormend voor de wil en nuttig voor jonge intellectuelen om aldus de werkelijkheid aan te voelen van een bestaan dat meer eisend is inzake fysische inspanningen.

De studenten waren begeleid door enkele leden van België in de Wereld, die verantwoordelijk waren voor de organisatie en de administratie, welke niet te onderschatten waren door de vele onbekenden van het experiment. Verder waren er een aalmoezenier en een dokter, terwijl ook Willem De Meyer de groep vergezelde om via het lied de boodschap van thuis te brengen. In de tabakstreek werden zangavonden ingericht op verschillende farms, terwijl ook opgetreden werd in andere steden van Canada en de V.S.A.

Het project kan in zijn geheel als geslaagd worden genoemd, niettegenstaande de onvermijdelijke onvolmaaktheden die eigen zijn aan een experiment in een land dat anders leeft en anders denkt. De deelnemende studenten hebben het aanvaard als pionierswerk, en konden aldus voor de toekomst een gezond hernemen van het project vastleggen.

Na de arbeid werd hun een reis van zes dagen aangeboden door de V.S.A.. Doch reeds zonder dit blijkt de tevredenheid van de studenten uit teksten zoals deze: ‘Deze weken werken en leven met deze diep-mooie mensen, hebben mij meer universeel-denkend gemaakt dan vier jaar universiteit... Vlaamse tabaksfarmers in Zuid-Ontario: heb dank. Uw boodschap gaat met ons naar Vlaanderen. Uw boodschap van harde werkkracht en grote durf’. (G.M.)

Het welslagen blijkt ook uit een ingesteld onderzoek: van de 340 studenten hebben er 200 geantwoord op een uitgebreide vragenlijst, en 90% wensen in 1967 opnieuw mee te gaan.

Van zeer groot belang is dat de terugslag van het project op de Vlaamse farmers positief is. Algemeen wordt gevraagd met méér studenten jaarlijks te komen, om verschillende redenen.

Ze zijn tevreden over het werkvermogen van de studenten.

Ze zijn tevreden over de houding van de studenten. Inderdaad, onze farmers waren getroffen door de gemanierdheid, de vriendelijkheid en de behulpzaamheid van de studenten. Er zijn warme vriendschapsbanden ontstaan, die thans voortduren in briefwisseling.

Bovendien hebben de Vlaamse farmers zich geaffirmeerd gevoeld door de aanwezigheid van de 340 studenten. Zij waren bij hun immigratie gekend als buffalos door hun werkkracht, doch als miserie-emigranten hadden zij weinig intellectuele bagage kunnen meenemen. Deze hypotheek was op hen blijven drukken. Thans waren zij trots erop te kunnen wijzen, dat de studenten van hen waren, van het volk waartoe zij behoren. En zo hebben ook de Canadezen het gezien.

Zelfs de nakomende generaties van onze emigranten hebben er een verrassende terugslag van ondervonden. Door de aanwezigheid van de studenten is de psychologische kloof tussen de ouderen en de jongeren gedeeltelijk overbrugd. Die kloof is groot: niet enkel het generatieverschil, doch er ligt ook een oceaan tussen. De jongeren hebben het thans intellectueel verder kunnen brengen dan hun ouders, en in sommige gevallen had dit de kloof vergroot. Bij het afstand nemen van de vorige generatie had de jeugd ook afstand genomen van het ‘taaltje’ der ouderen. Nu hoorden zij ineens dat deze studenten, die in hun ogen de elite zijn uit een land in Europa, dezelfde taal spreken als hun ouders Aldus zijn velen teruggekomen op bestaande vooroordelen en hebben belangstelling gekregen voor het land van hun ouders.

Dit zijn winstpunten. Een gebied, zo groot als België is doorwoeld, en er liggen beslist veel mogelijkheden in het jaarlijks ‘bezetten’ en ‘bewerken’, - mogelijkheden die zich inspireren aan en inhaken op de toenadering onder de volkeren, de bevordering van de wereldvrede, en de wederzijdse verrijking door uitwisseling van cultuurwaarden.

A. VERTHE.

Source: Neerlandia. Jaargang 71. Algemeen Nederlands Verbond, Den Haag 1967

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.
CAPTCHA
This question is to prevent automated spam submissions.
Fill in the blank.